Een van de dingen waar ik blij mee was deze afgelopen periode van lockdowns, was dat ik mijn haar niet meer verf. Dat de kappers dicht waren, was voor mij geen ramp. Geen stress meer over lelijke uitgroei en het scheelde weer wat dumping van chemische troep in het milieu.
Toen mijn zoon onlangs aan de slag ging met een pakje haarverf en de badkamer onder de vlekken zat, begreep ik waarom mijn moeder vroeger zo chagrijnig was als ik met PolyColor in de weer ging. Tijd voor een terugblik op 40 jaar haarverven.
Het was juni 2018. De volle maan stond in Schorpioen, mijn astrologische zonne- en maanteken. De sterren zeiden dat het de meest transformerende volle maan van het jaar zou worden. Breken met de oude patronen, en het onder ogen zien van de waarheid. In mijn geval betekende het: uit de kast komen met mijn echte haarkleur, die al bijna 40 jaar verborgen ging onder chemische haarkleuringen.
Blonderen, touperen en permanenten in de jaren ‘80
Als kind had ik lichtblond haar dat met de jaren langzaam donkerder werd. ‘Peper en zout’ of ‘melkboerenhondenhaar’ werd dat toen genoemd. In mijn ogen het toonbeeld van saai. Gelukkig was daar wat aan te doen. De drogisterij bood een ruim assortiment aan haarkleuringsproducten. Hoogblond moest het worden. De doordringende lucht van de waterstofperoxide kan ik me nog voor de geest halen. Om mijn steile haar om te toveren in de juiste jaren ’80-coupe werd geen middel geschuwd: krultang, papillotten, Carmen set, goedkope gel. Vervolgens touperen en afspuiten met haarlak. Ook thuispermanentjes waren in. De vloeistof was zo chemisch dat je het bijna hoorde sissen! Soms leverde dat een mooie, nonchalante slag in je haar op maar het kon ook gebeuren dat je een tijdje voor paal liep met een pluizende permanentkop. We experimenteerden wat af in die middelbare schooltijd; over de gevolgen voor haar en hoofdhuid maakten we ons niet druk.
Warm koper
Na het wat ordinaire stro-gele blond wilde ik weer eens wat anders. Ik liet mijn keus vallen op ‘warm koper’ van Poly Color. In plaats van de goudblonde nuance die ik voor ogen had, werd het uitgesproken rood/koperbruin. Ik vond het wel erg heftig en gooide er meteen een pakje blondeersel overheen, dat echter niet pakte. Tot mijn verrassing waren de reacties van mijn klasgenoten unaniem enthousiast. Ze vonden deze haarkleur heel natuurlijk staan. Zo gek was het nog niet en jarenlang bleef ik mijn haar in roodachtige blond- en bruintinten verven.

Weg met grijs
Na verloop van tijd had ik geen idee meer hoe mijn eigen haarkleur eruit zag. De eerste grijze haren die ik door zag komen, werkte ik snel weg. Ook al had ik inmiddels de middelbare leeftijd bereikt, ik wilde niet geassocieerd worden met grijze dames die zich groepsgewijs naar evenementen als de Libelle Zomerweek begeven. Dan maar snel weer een kleur erin.
Van hennarood naar chemisch groen
Als je jong bent is je uiterlijk heel belangrijk en eventuele schade die je jezelf toebrengt neem je voor lief. In de loop der jaren kreeg ik wel steeds meer last van droge plekken langs mijn haargrens en een gevoelige, jeukende hoofdhuid. Een unheimisch gevoel bekroop mij: wat zou het effect lange termijn effect zijn al dat haarkleuren? De hoofdhuid is immers geen waterdichte barrière en je hoorde berichten over verhoogd risico op blaaskanker door jarenlang haarverven.

Toch was ik er nog niet klaar voor om de saaie grijstint van mijn uitgroei helemaal tevoorschijjn te laten komen. Ik nam mijn toevlucht tot ‘natuurlijke’ haarverf op basis van henna die beloofde grijsdekkend te zijn en bovendien nog weldadig voor de conditie van je haar.
Niets te veel gezegd: het resultaat was een glanzende kastanjebruine tint. Wel kreeg ik heftige jeuk aan mijn hoofdhuid en verschenen er rode plekken op mijn voorhoofd. Toen ik ging googelen op de ingrediënten van deze natuurlijke haarverf, schrok ik me rot. Het fijne zwarte hennapoeder kan diep de hoofdhuid doordringen en heftige allergische veroorzaken. Ook met de ingrediënten van moeder natuur moet je blijkbaar voorzichtig omgaan!
De schaar erin
Nu had ik echt mijn buik vol van het haarverfritueel. Er zat niets anders op: ik moest het laten uitgroeien. Om de overgangsfase van bleekrood naar grijs te verzachten, liet ik wat highlights aanbrengen. Dit pakte desastreus uit: door de chemische reactie werd mijn haar…. groen!
Tien keer wassen met neutraliserende shampoo, een behandeling met ketchup, niets hielp. Mijn haar was doods en groen. Chemische uitputting wordt dat wel genoemd.
Er bleef nog maar één optie over, alle lokken rigoureus afknippen tot op de uitgroei. Mijn kapster zette de schaar erin. De groene, strodroge lokken vielen naast me op de grond. In de spiegel zag ik voor het eerst sinds 37 jaar mijn eigen haarkleur in vol ornaat terug. En tot mijn verrassing viel dat in het geheel niet tegen. Het was een melange van levendig blond, wit- en grijstinten

Metamorfose
In het begin was ik steeds verrast als ik in de spiegel keek. In plaats van de rossige brunette die ik gewend was, zag ik een zilvergrijze blondine. Mensen waren unaniem enthousiast over mijn metamorfose. Ze vonden dat het mij jeugdiger maakte. Sommigen vroegen met wat voor kleur ik het geverfd had. Zelfs jonge meiden verven hun haar immers koel grijs tegenwoordig.
Het is nu ruim drie jaar geleden dat ik ‘kleur bekend’ heb en ik heb er geen seconde spijt van gehad. Nooit meer verven: het scheelt geld, tijd en een vieze badkamer. Mijn hoofdhuid is weer tot rust gekomen. Als ik mezelf met rood haar op foto’s zie, valt het me op dat het de roodtinten van mijn huid accentueerde terwijl die door mijn nieuwe grijstinten juist geneutraliseerd worden. Wat een grappige ontdekking dat je eigen haarkleur de perfecte kleur voor jou op dat moment is en vriendelijk meeverandert met de tint van je huid. Waar ik vroeger veel zwart en felle kleuren droeg, zowel in haar, kleding en make-up, ben ik nu een softie geworden die zweer bij zachte geaarde kleuren.
Zijn dit niet de leuke kanten van ouder worden? Ik hoef niet meer krampachtig anders, stoerder, jonger of harder over te komen dan ik ben. Ik ben uit de kast gekomen.